(on)GELUK

‘666 gram!’ Ik lees het luidop af van de weegschaal bij de slager. Daarop ligt helaas geen gehakt voor een doordeweekse spaghetti of ballen in tomatensaus. Maar nee. Uitgerekend één van de schoteltjes fondue-vlees voor kerstavond. Het weegt exact 666 gram. Geen grammetje meer. Geen halve gram minder.
‘The number of the beast!’ lacht de slagersvrouw doodleuk met een onverschilligheid die ik haar vergeef, omdat ik ervan uitga dat die noodzakelijk is voor mensen die dag in dag uit tussen geslachte dieren werken. Maar dan voegt ze er laconiek aan toe: ‘Zolang je geen zwarte kat ziet, hoef je je geen zorgen te maken.’
Weet zij veel dat ik er één thuis heb lopen.

De slagerin duwt de zak met mijn bestelling over de toonbank heen in mijn handen. Het ergste is dat ik fondue niet eens lekker vind. De enige reden van die menukeuze is mijn gezinssamenstelling. Met twee pubers in huis moet je een beetje creatief zijn om een kerstavond wat gezellig te houden. Pubers zijn net als mollen. Schattige zachtaardige beestjes, dat wel, maar ze komen enkel tevoorschijn als het echt noodzakelijk is en blijven niet langer dan nodig. In hun geval is dat als ze hongerig zijn en dan blijven ze net lang genoeg tot hun bord leeg is (in het beste geval). Door mijn molletjes zelf hun vlees te laten bakken, leek dat probleem vanzelf opgelost. En wie weet, als we dan toch samen naar de brokjes vlees staren die in de olie sudderen, kunnen er misschien gespreksonderwerpen komen bovendrijven waarop we met ons vieren zullen inpikken, dacht ik… Als dat duivelse vlees nu maar geen roet in de olie gooit. Ik neem de schotel aan en loop ermee naar de auto. Met de zak naast mij op de passagierszetel, rij ik naar huis. En terwijl ik voor de deur parkeer, bedenk ik dat ik nu ook weer niet moet overdrijven. Onze kat is maar half-zwart, het kan best allemaal nog wel meevallen, dat ongeluk.

‘Gourmet is dodelijk voor vogels,’ zegt Simon. Lap! Het eerste gespreksonderwerp is er al, en we zijn nog maar aan de aperitief. (Mijn masterplan lijkt te werken.) Het vreemdsoortige weetje blijkt van TikTok afkomstig te zijn. Misschien ligt het aan de cava, maar ik snap wel niet meteen wat de dodelijke link kan zijn tussen vogels en gourmet, behalve dan als het hier over blinde vinken zou gaan. Alles wordt duidelijk als hij het filmpje toont waarin een vrouw met lange gemanicuurde nagels op een gourmet-pannetjes tikt en waarschuwt voor de dampen van de warme Teflonlaag die blijkbaar fataal kan zijn voor kanaries en parkieten.
‘Oei, interessant om te weten, maar wij eten straks geen fondue, maar gourmet’ stel ik hem gerust.
Waarna Mattis droog inpikt: ‘En wij hebben toch geen vogels?’
Tjaka! Het eerste gespreksonderwerp is afgeklopt. Kerstavond is begonnen.

We gaan op hetzelfde elan verder. Om de sfeer erin te houden spelen we een gezelschapsspelletje.
‘Een man zit dood in een uitgebrande truck en op het dak ligt een brandende kerstboom. Wat is er gebeurd?’ Mattis legt het kaartje dat hij net heeft afgelezen op tafel en kijkt met een mysterieuze glimlach de tafel rond. Nu moeten wij via ja-nee-vragen uitvissen wat er is gebeurd. Dat is het relatief eenvoudige concept van ‘Black Stories’, raadsels over de meest absurde maar waargebeurde ongevallen. Ook daarvoor komen mollen uit wel eens uit de grond. Mattis is in z’n element: praten, redeneren en discussiëren is zijn ding, maar Simon, die -als beelddenker- blokkeert op de dramatische scène die zich nu als een film in zijn hoofd afspeelt, komt überhaupt niet aan vraagstelling toe en Filip heeft dan weer te weinig geduld om het antwoord te zitten raden. Het komt het er dus op neer dat ik in mijn eentje het spel zit te spelen en vragen probeer te verzinnen. Ik ben goed op dreef: ‘Had de man een kalkoen geslacht die toevallig 6,66 kg woog en zag hij meteen erna een zwarte kat waardoor hij begrijpelijkerwijze wou vluchten, maar dan -alsof de duivel ermee gemoeid was- sloeg de bliksem in op een dennenboom die -hoe kan het anders- recht op zijn auto viel?’
Mattis fronst zijn wenkbrauwen en wijst me terecht: ‘Het moet wel een beetje realistisch blijven…’
De man wou blijkbaar gewoon een kerstboom met een truck uit de grond trekken, waardoor die op de auto terecht kwam en de oververhitte motor in de fik schoot. Exit man, exit spel. Tijd om die vervloekte schotel boven te halen.

Niet veel later zitten we dan eindelijk elk met een set vlijmscherpe prikkers te zwaaien rond een kokende pot olie die is verbonden met het dichtstbijzijnde -maar toch iets te verafgelegen- stopcontact via twee aaneengeknoopte verlengkabels die losjes over de vloer liggen. Zelfs de hond is enthousiast over zoveel gezelligheid. Hij loopt opgewonden rond de tafel in de hoop op het juiste moment op de juiste plaats te zijn als er een brokje van tafel valt. En onze (half-)zwarte kat? Die houdt de boel in de gaten vanop de hoogste plank van haar klimtoren, vanwaaruit ze een perfect zicht heeft op het tafelgebeuren en lijkt te wachten om het noodlot een pootje toe te steken. Ik moet haar teleurstellen. Behalve een paar gehaktballen die vermist raken in de olie en een worstje dat zwartgeblakerd boven komt drijven, verloopt alles zonder noemenswaardige ongelukken.

Als ik er zo over nadenk, had onze kerstavond evengoed kunnen uitdraaien op een perfecte Black Story. Maar gelukkig is het is anders gelopen, het was best gezellig. De pubers bleven na het eten zelfs nog even nakaarten. UNO! Al slaagde ik er niet in ook maar één keer te winnen. Maar je hoort me niet klagen. Na een hele avond zoveel geluk, zou dat erover geweest zijn. We moeten realistisch blijven.

3 gedachten over “(on)GELUK”

Plaats een reactie