Parfum

Een gedeelde hobby van Filip en mij is rondneuzen in Ecoshops, kringwinkels en rommelmarkten. De bezigheid stond de laatste tijd op een laag pitje, omdat ons huis naar mijn gevoel verzadigd is van spullen en de garage ook nog vol staat met meubilair van de verhuis uit Frankrijk. Maar sinds enkele weken is de behoefte weer wat aangewakkerd door het vooruitzicht onze nieuwe stek in Frankrijk in te richten.

Lees verder Parfum

Kunstkritiek

Voor een schrijfcursus kreeg ik de opdracht een blog te schrijven over het schilderij ‘Nighthawks’ van Edward Hopper. Dat is een klassiek werk met een nachtelijk tafereel van zo’n typisch Amerikaanse eetcafé, ook wel diner genoemd. Ik had dat werk al ooit gezien, maar om er een blog over te schrijven, leek het met toch interessant wat extra informatie op te zoeken.

Lees verder Kunstkritiek

Tulpen

Vorige zomer vroeg mijn schoonvader, “wat is dat eigenlijk dat bolvormig potje dat daar staat?” We zaten buiten te barbecueën. Hij wees naar een wandrekje onder het afdak dat Filip had gemaakt als een soort van barmeubel en bij gebrek aan glazen en flessen had opgevuld met wat curiosa: lege ginflessen, kandelaars, keramieken beeldjes en dat ene ding… Het stond er al lang. Ik had het al talloze keren gezien, was er dagelijks aan voorbij gelopen op weg naar de garage, maar besefte nu dat ik bij god niet wist wat het was en dat ik mij dat zelfs nog nooit had afgevraagd. Tot nu. Nu het werd uitgelicht, intrigeerde het mij zo erg dat ik mijn bestek naast mijn bord liet vallen, opstond en het jarenlang genegeerde voorwerp met veel ontzag van het rek nam.

Lees verder Tulpen

Huisbezoek

Het regent, geen ideale dag voor makelaars om huizen te verkopen. Maar onze makelaar heeft geluk. Filip is goed voorbereid. Hij heeft het huis al bezocht via Google Streetview. Toen was het stralend weer. Zo wist hij hoe de gevel eruit zag in de blakende zon, dat het modderige gras in de tuin ook groen kon zijn en dat de kale takken over het terras in de zomer een prachtige blauwregen was. Het was toen zo’n aangenaam weer dat hij zelfs nog wat verder was gewandeld, hand in hand met het oranje Streetview-mannetje had hij het hele dorp al bezocht. Toen we hier gisterenavond na 930 km autostrade aankwamen, wees hij me alle bezienswaardigheden aan alsof hij hier in een vorig leven had gewoond: de kerk, het stadhuis, de superette, de kapper, een pizzeria, de restaurantjes. Deze makelaar heeft maar één troef meer in handen: de sleutel om de binnenkant van dit huis te bezichtigen.

Lees verder Huisbezoek

Midlife

‘Mama, moet jij nog altijd niet gaan werken?’
Ik ben al een tijd thuis als Mattis mij op een maandagmorgen die vraag stelt net voor hij naar school vertrekt. In het begin leek het er nog op dat ik ziek was, een griepje, migraine… waardoor hij het niet vreemd vond dat ik zo vaak in bed lag. Maar ondertussen zijn we een paar weken verder, ben ik al wat actiever, slaap ik minder en doe ik vooral mijn uiterste best te verbergen dat ik de ganse dag niets doe. Toch ontgaat het hem niet dat ik op dit uur van de dag nog op mijn dooie gemak in mijn pyjama de vaatwas sta te ledigen. Ik mompel iets wat in mijn hoofd klinkt als een nee. Ik weet wat er nu zal volgen, maar begin te panikeren dat ik helemaal niet weet hoe ik het zal aanpakken. Dus duik ik struisvogelgewijs met mijn hoofd in de vaatwasmachine in de ijdele hoop dat ik van daaruit geen verdere vragen zal horen.

Lees verder Midlife

Terugrit

Toen ik Filip leerde kennen, woonde hij in de Ardèche. Het was mijn eerste vakantie alleen met mijn twee zonen, Mattis en Simon, toen 8 en 6 jaar. Ik logeerde bij een vriendin die mij aan Filip voorstelde. Op het einde van de vakantie, in de roes van een feestje, liet ik me ontvallen dat ik vergeten was de tussenstops van mijn terugreis in te plannen en dat dat een probleem was omdat ik geen 900 km aan een stuk alleen kon rijden. Filip antwoordde niet. Maar de volgende morgen bij het ontbijt, hoorde ik van mijn vriendin dat hij had aangeboden als copiloot met mij mee te rijden naar België.

Lees verder Terugrit

Kleine kerst

Op een normale zaterdagnamiddag zou het hier druk zijn. Maar vandaag niet. De rest van het land is zich druk aan het voorbereiden op kerstavond. Onderweg naar hier zagen we mensen in lange rijen aanschuiven bij winkels, bakkers en traiteurzaken waar buiten tentjes stonden opgesteld zoals bij een voedselbedeling voor kansarmen. Onze bestemming is geen winkel of shoppingcentrum, maar het strand, alias de rand van de wereld.

Als we parkeren, herkent Lucy waar we zijn. Ze weet dat honden hier los mogen lopen en maakt ons dat duidelijk door van aan de auto tot aan het strand zo hard aan de leiband te trekken dat ze zichzelf bijna opknoopt. ´Mijn vrijheid of mijn leven’, lijkt ze te zeggen. Van zodra we op het zand zijn, haakt Filip haar leiband los. Ze schiet in het rond als een ongeleid projectiel omdat ze maar niet kan beslissen welke kant ze eerst wil ontdekken. Had ze nog een leiband aan gehad, dan lagen we nu ingesnoerd en samengebonden neer in het zand zoals in tekenfilms.

Terwijl Lucy ronddartelt, ploeteren wij ons moeizaam een weg door het mulle zand. Bij elke stap zakken onze schoenen diep weg alsof het strand ons wil afraden om verder te lopen. Maar we laten ons niet zo gemakkelijk afschepen en zetten door, vastberaden onze bescheiden ambitie waar te maken vandaag: een strandwandeling en daarna naar huis voor een kerstavond in het klein: tête-à-tête over een schotel fruits-de-mer die we straks enkel moeten ophalen.

Als we het water eindelijk bereiken, lopen we verder langs de vloedlijn. In het zand zien we de sporen van wandelaars die al lang verdwenen zijn: diepe profielzolen van een professionele wandelaar, lichtere voetstappen gelijkmatig naast elkaar van duo’s, blote voeten zelfs en daartussen sporen van viervoeters die er los doorheen lopen. Voor de zekerheid blijf ik even staan en kijk ik achterom. En ja, ook ons spoor is duidelijk te zien. Het heeft iets troostends, alsof elke stap van deze ambitieloze strandwandeling toch de moeite waard is om bij te houden.

We praten weinig en toch is het niet stil. Er is dat zwaar ruisend geluid dat zo typisch is aan zee in de winter. Al vind ik het moeilijk te definiëren wat het precies is. De zee, de wind, of een combinatie van beide? Het maakt weinig uit, het is er en maakt dat ik even niet moet luisteren naar mijn eigen gedachten. Die komen en gaan zoals de golven die uitsterven op het strand zonder dat ze mijn voeten raken. Sommige laten een vuilwitte schuimrand achter, andere verdwijnen in het niets.

Het zijn van die gedachten waar Lucy geen last van heeft. Ze snuffelt onbekommerd rond en laat zich leiden door de toevalligheden op haar weg: een aangespoelde tak, een hoopje platgetrapte schelpen, een stuk visnet… alles is even interessant. Er zijn ook een paar soortgenoten die haar aandacht trekken: een hond met een fleece jasje die zo goed gedresseerd is dat hij niet eens omkijkt naar Lucy en dan zijn er ook twee schoothondjes die zich samen stoer genoeg vinden om uitdagend naar Lucy te keffen. Lucy gaat iets te enthousiast in op de uitnodiging om te spelen waarop de mini’s zich bedenken en niet snel genoeg terug onder de rok van hun baasje kunnen verdwijnen. Ze lopen zo snel dat hun pootjes zelfs geen sporen nalaten in het zand.

Op enkele plaatsen heeft de zee waterkanalen achtergelaten. Ze lijken mij van ver al te diep en te breed om over te steken. Zonder iets te zeggen, wijk ik van onze route af op zoek naar het smalste stuk waar ik over het strandriviertje kan springen. Lucy wil eerst met mij meelopen maar aarzelt dan als ze merkt dat Filip niet volgt en weet dan even niet waar ze nu best loopt om niemand te affronteren. Terwijl Filip toekijkt waar ik heen loop, wordt hij verrast door een golf die hij – aan zijn schreeuw te horen – niet had zien aankomen. Als ik omkijk staat hij tot aan zijn enkels in het water. De hond die op weg was naar mij, ziet haar vergissing in en snelt hem blaffend te hulp. Al kan ze weinig doen, maar dat maakt ze goed door bij wijze van solidariteit dan maar samen met hem de waterader op zijn diepste punt over te steken. Zijn schoenen zijn nu toch al doorweekt.

Net voor we naar huis rijden loop ik nog binnen bij het visrestaurant om onze fruits-de-mer op te halen. Dat duurt langer dan gedacht. Niet omdat ik moet aanschuiven, maar omdat ze het briefje niet terugvinden met onze bestelling. Het helpt natuurlijk niet dat ik vergeten ben op welke naam ik heb besteld. Ik som alle mogelijkheden op, mijn familienaam, die van Filip, in combinatie met mijn voornaam of die van Filip… Als ik goed kan rekenen zijn dat vier-tot-de-tweede-graad mogelijkheden… Teveel voor de visboeren die verwoed zoeken tussen de bestelbonnetjes die met kopspelden op isomo-bakken zijn vastgemaakt. Ik sta toe te kijken van achter de toonbank en roep af en toe een nieuwe combinatie waardoor ze weer helemaal opnieuw moeten beginnen met alle briefjes te doorzoeken. Zonder resultaat, mijn bestelling is nergens te vinden. Even ziet het ernaar uit dat het een kerstavond zal worden met een diepvriespizza. Maar dan krijg ik gelukkig toch een schotel mee. Geen idee waar hij vandaag komt. Misschien is een die er nog stond van gisteren of een die ze op overschot hebben of misschien ben ik toch terechtgekomen in een soort van voedselbedeling.

Opgelucht maar ook een beetje ontgoocheld wandel ik terug naar de auto. We hebben ons kerstmenu, dat wel. Maar het baart mij wat zorgen dat die schotel zeevruchten voor twee personen inclusief oesters én kreeft – waarvoor ik vooraf in gedachten de hele kofferruimte wou vrijmaken en daarom bijna de hond had thuis gelaten – simpelweg in één papieren draagtasje past! Ik zet het zakje op de achterbank en voor de zekerheid bind ik toch maar de gordel vast rond ons kerstdiner. Daarna neem ik zelf plaats op de passagierszetel naast Filip die even achteromkijkt naar onze extra passagier. Ik leg mijn hand op zijn knie en stel hem probeer hem gerust te stellen: « Het wordt écht een kleine kerst, schatje, net zoals we wilden. »

Winteruur

Zaterdagavond om een uur of zeven, krijg ik de kriebels begint het hier te beven…’  en dat is niet omdat ik zin heb om te ‘dansen’ zoals Clouseau, maar gewoon omdat ik naar het journaal van zeven uur lig te kijken. Misselijk van ongemak en trillend van angst forceer ik mezelf  niet weg te zappen en de realiteit onder ogen te zien: bosbranden, overstromingen, hongersnood, terreuraanslagen, oorlog, … met alle apocalyptische beelden die erbij horen. Daarna wordt een close-up getoond van een uurwerk dat ineens in de verkeerde richting draait alsof het ding is behekst. Het zou zo een scène uit een thriller van Stephen King kunnen zijn, maar nee, ik ben nog steeds naar het nieuws aan het kijken. Het is de aankondiging van het winteruur, wat uitvoerig wordt uitgelegd, met tekst én beeld. Ook nieuwkomers die het fenomeen niet kennen, moeten begrijpen hoe wij hier sjoemelen met de tijd.

Lees verder Winteruur