Als mijn grootste zorgen zijn, welke kleur nagellak er matcht bij mijn bikini, op de hoeveelste pagina ik was beland in mijn boek, of er nog een nieuw laagje zonnecrème nodig is, en vanaf hoe laat een aperitief is toegelaten, dan is het vakantie.
Vanuit de ligzetel naast het zwembad kijk ik uit op de zijgevel van ons zomerhuis. Daar hangt een groot uurwerk, zo één als op een kerktoren, een grote metalen wijzerplaat met gouden Romeinse cijfers. Alleen de wijzers ontbreken, die hebben de val niet overleefd, toen de klok een tijd geleden door een herfstige rukwind terecht kwam op de oprit. Het metalen geval was gelukkig net naast de geparkeerde auto’s terecht gekomen. Sindsdien is er dus enkel nog de wijzerplaat zonder wijzers en staat de tijd hier stil. Geen klokken, wekkers, kalenders of deadlines. Alleen een zee van tijd waarin ik me laat drijven… en onderdompel in de zalige stilte.
En stilte is er in overvloed, met daartussen het getjirp van krekels, het ruisen van bomen, het gezellig gekakel van kippen bij de buren, het zacht geklots van het water in de skimmers van het zwembad, en sporadisch in de verte een auto die vanuit het dal in moeizame bochten de berg omhoog klautert.
Zelfs de meegereisde vrienden zijn geen storende factor. Ze liggen of hangen rond het zwembad of op het schaduwterras, en houden zich in stilte bezig, alsof we op gezamenlijke stilte-retraite zijn in één of andere Indische ashram.
Om in de oosterse sfeer te blijven geef ik af en toe eens yoga. ‘Af en toe’ dat is op die dagen waarop ik geen hoofdpijn heb van de apero’s de dag ervoor. Dat is zo gemiddeld om de twee dagen. Enkel de dames doen mee. De mannen blijven op een veilige afstand, maar dicht genoeg om onze ongewone poses gade te slaan. Als we dichtgeplooid zitten, in een houding waarin we in een doosje zouden passen, worden we met ons zesde zintuig gewaar dat één van de mannen nadert. Zelfs met onze ogen dicht, voelen we de cameralens inzoomen. Maar zen als we zijn, berusten we vredig in ons lot heel waarschijnlijk vereeuwigd te worden met te veel decolleté, bilspleten en huidplooien.
Bij een stilte-retraite horen ook wandelingen. We wandelen langs velden, bossen en koeien en arriveren in het dichtst bij gelegen dorp. Een paar huizen, de onvermijdelijke ‘salle polyvalente’ zoals in elk dorp hier, een kerkje en een cafeetje waar we een pitstop houden. Specialiteit blijkt sangria te zijn. Al lijkt die verdacht veel op gluhwein, opgeleukt met wat zomerfruit. Het zijn blijkbaar niet alleen de zalen die hier polyvalent zijn. Er is een bijhorende dagschotel. We beslissen dat we na onze wandeling best honger mogen hebben. Even later zitten we elk boven een bord verse paella : gele rijst met wat uitgeputte mossels, vergezeld van een koppel langoustine’s, die zo te zien ook last hadden van de hitte. Om de droge mossels wat vlotter door te spoelen, worden we een extra kan koude gluhwein geoffreerd. Bij het afrekenen, laat de eigenaar ons niet vertrekken, zonder ons ook nog eens een elexir van het huis aan te bieden als digestief. Hij is duidelijk niet gerust in de verteerbaarheid van zijn Spaanse menu.
De wandeling terug verloopt nu iets luidruchtiger. De koeien staren ons dwaas aan. Al denken zij van ons vermoedelijk hetzelfde. Maar we vinden het huis zonder problemen terug en ook het zwembad is er gelukkig nog steeds voor een verfrissende duik.
Ik dobber rond op de luchtmatras in de vorm van een mega Magnum rosé fles die ligt te koelen in het water. Op het wateroppervlak merk ik de insecten op die aan de verdrinkingsdood proberen te ontsnappen. Genereus als ik ben, maak ik een einde aan hun doodsstrijd, en duw hen lang genoeg kopje onder. Nu ze niet meer bewegen lijkt het me gemakkelijker ze uit het zwembad te vissen. Dat is de taak van één van de vrienden die het handigst is met het visnetje .
Zo heeft elk zijn bijdrage aan de groep. Er zijn er die altijd overdreven veel drank meebrengen waardoor we geen dorst lijden, er zijn er met een spotify abonnement waarvan we mee mogen profiteren, er zijn er die zeer bedreven zijn in de vaatwasser vullen, en er zijn er ook die wel eens liever niets doen, maar die dragen dan weer het spreekwoordelijke zieltje bij, voor die extra vreugde.
Eén groot nadeel van die verheerlijkte rust en afgelegen stilte van ons stekje, is wel dat je om de zoveel dagen toch een paar kilometers misselijkmakende bochten moet overleven, wil je de bewoonde wereld nog eens bereiken. De graad van wagenziekte is sterk afhankelijk van het testosterongehalte van de chauffeur. Maar evengoed van de plaats die je kan veroveren in de auto. In één van de auto’s in ons wagenpark is er zelfs een massage-zetel! Met knoppen op het flashy dashboard kan je de intensiteit en de plaats van de massage instellen. Begrijpelijk dat er al eens wat gekibbel in de roedel ontstaat voor die luxueuze passagierszetel. Als je het gevecht niet hebt gewonnen, zit er niets anders op, dan vanop de achterbank met een kerende maag, ook nog eens de genotskreetjes van de rivale te moeten aanhoren.
Als je dan na zo’n tweederangsrit terug aankomt in het zomerhuis, kan je alleen maar hopen dat het al tijd is voor een aperitief. Tegen dat je maag weer in de juiste positie ligt, zijn meestal ook de plooien gladgestreken. In die avond-uren ruilen we dan de stilte in voor een Spotify-playlist. De ingeslagen levensmiddelen worden op de BBQ gegooid en alcohol en avondverlichting verlichten de zeden.
Mijn enige zorg is nu nog dat ik de tel niet mag kwijtraken van het aantal apero’s… maar gelukkig zijn er zelfs vrienden die dat helpen bijhouden. Op zo’n moment kijk ik tevreden rond en besef dat ik ze goed gekozen heb die bende vrienden….
Het is altijd een beetje vakantie waar de vrienden zijn.
oh wat mis ik mn vrienden als ik dergelijke liederlijke verhalen lees….tot binnenkort dan maar en santé
LikeLike