Wolken

Sinds enkele maanden doe ik oefeningen voor meer focus en innerlijk rust… via meditatie. Oef! Het grote woord is eruit. Ik gebruik het niet graag. Het heeft een veel te hoog spiriwiri-gehalte. Het schrikt mensen af en Filip kijkt altijd zo angstig als ik erover praat. Dus zeg ik hem gewoon ‘ik ga mijn oefeningen doen’. Ik laat in het midden welke dat precies zijn. Mogelijks denkt hij dat ik buikspieroefeningen doe of gezichtsyoga tegen de rimpels of geheugentestjes om mijn brein in conditie te houden…  Het belangrijkste is dat hij weet dat ik voor een tijdje verdwijn en niet wil gestoord worden. Ik vertrek naar de verste uithoek in ons huis, een plek waar niemand toevallig binnen valt, waar ik niemand de trap hoor op- of afdonderen, waar het geluid van de deurbel niet hoorbaar is en waar mijn pubers mij niet komen zoeken om te vragen wat we gaan eten: de dressing.  

En zo doe ik mijn grote verdwijntruc nu al een paar maanden ongeveer elke dag. In feite doe ik niets. Ik stel een wekker in op twintig minuten, zoals je doet als je patatten gaat koken en focus mij dan op twee dingen: blijven zitten en niet nadenken. Het eerste is op zich niet moeilijk (behalve als er een vlieg mij komt ambeteren of als ik de kramp krijg in mijn kuit). Maar niet nadenken is ontzettend moeilijk, bijna onmogelijk. Gedachten werken als een teletijdmachine die je non-stop heen-en-weer katapulteren van gênante herinneringen naar doemscenario’s en terug met alle emotie-switchen die erbij horen. De kunst is mij niet te laten meeslingeren en me bewust te blijven van waar ik ben: hier, thuis, op de grond in mijn inloopkast verborgen tussen mijn kleren en handtassen.

Dat begint aardig te lukken. Er zijn nog steeds gedachten, zorgen, angsten, maar op den duur voel je de relativiteit ervan, als wolken die overwaaien. Na een tijd hebben ze minder impact op mijn gemoed en voel ik een rust over me komen. En heel soms. Heel kort. Is er niets.

Die paar minuten mentale leegte zijn zuiverend. Eens je het hebt ervaren is het verrassend, hoe eenvoudig het is. Even simpel als een troebel glas water, dat je lang genoeg heel stil houdt, vanzelf helder wordt.

Ineens trekt een rimpeling over mijn helder water. De deur zwaait open en in het deurgat verschijnt mijn oudste puber. Hij die zich niet laat afwimpelen als Filip zegt, ‘mama is oefeningen aan het doen’ en wel eens wil weten welke oefeningen dat dan wel zijn en ondertussen ook wil vragen wat we gaan eten vandaag…

Hij staart me aan, hoe ik daar zit, in kleermakerszit, op de grond, op een kussen met -daarnet toch nog- mijn ogen dicht en een kookwekker voor mij. Hij is te verbouwereerd om iets uit te brengen. Kijkt zoals die gele emoji met opengesperde witte oogjes, twee hoogstaande wenkbrauwen en een plat geschrokken streepje als mond. Ik weet niet waar hij nu het meest van schrikt, van het feit dat ik op de grond niets zit te doen, of omdat ik bij zo’n overduidelijke ergerlijke en abrupte onderbreking, niet reageer zoals hij van mij verwacht…  Ik blijf zitten en zeg niets, geen verwijt, geen gevloek, geen rollende ogen, geen uitleg, geen excuus, zelfs geen zuchtje!

Ik kijk hem alleen maar aan, met -hallelujah- een gelukzalige glimlach op mijn smoel en moet er zelf dus ongeveer uitzien als die emoji met dat zwevend blauw aureooltje boven het hoofd.

De kookwekker gaat af. 
De deur slaat weer dicht. 
De puber is weg, net zo abrupt als hij gekomen is, alsof hij alleen maar een gedachte was, een klein wolkje aan een voor de rest stralende blauwe hemel.

10 gedachten over “Wolken”

Plaats een reactie