Kerst

Moeten wij echt mee naar Frankrijk, waar alle huizen bouwvallig lijken en de wifi traag? De jongens hebben er niet echt veel zin in. We doen geen poging hen gerust te stellen door te beloven dat het er supergezellig zal zijn, dat we kerstavond zullen vieren met cadeautjes bij het haardvuur, dat we gezelschapsspelletjes zullen spelen en biljarten in de men’s cave.

In plaats daarvan kiezen we ervoor hun rampscenario aan te dikken : dat we er onze eigen kamp Waes zullen organiseren, een echte bootcamp, waar ze alleen zullen overleven mits discipline en fysieke inspanningen : boswandelingen in het donker, everzwijnen jagen om niet uit te hongeren, hout kappen om warm te blijven, …  En alsof dat niet genoeg is als sfeerschepping, bespreken Filip en ik opzettelijk luid dat we hopen dat de mazoutketel nog gevuld zal zijn, want dat er anders geen chauffage of warm water zal zijn…  

Als de verwachtingen minimaal zijn, kan de werkelijkheid  alleen maar meevallen, is onze strategie.  

We zijn nog mild, want we spreken niet eens over de Wifi, waarvan we nooit zeker zijn dat die zal werken. Maar dat is natuurlijk wel het eerste wat uitgetest wordt als we aankomen. Nog voor de auto is uitgeladen, valt het verdict en wordt bevestigd wat we niet eens hadden durven uitspreken. Geen Wifi !

Het noodnummer naar Orange voor dergelijke kritieke situaties, blijkt niet te werken vanuit een Belgische mobiel nummer en de zelfhulp-website is ook geen oplossing zonder wifi.

Morgen moeten we toch naar de stad om boodschappen te doen, dus zullen we dan ondertussen ook naar de Orange-shop gaan, beloven we. Zo wreed zijn we niet.

Het is ontzettend druk in de Wifi-winkel. Een wirwar van klanten en medewerkers. Een lokale lotgenoot expliceert het systeem: je moet eerst aanschuiven bij die onthaalmedewerker die je dan zal doorverwijzen naar één van de andere medewerkers. Eens het onze beurt is onthaald te worden, blijven we daar helaas steken. De Orange-man wijst ons erop dat hij niets kan doen, we hadden onze wifibox moeten meebrengen en die zouden ze dan kunnen testen.

Gelukkig heeft onze bergrit van drie kwartier, ook nog een ander doel gediend: boodschappen doen. In de supermarkt ben ik er niet helemaal bij met mijn gedachten. Ik moet tot 3 keer toe van de kassa naar de groentenafdeling terug sprinten om groenten te gaan wegen waarvan ik dacht dat ze per stuk werden verkocht. Eerst de uien, ja dat had ik moeten weten. Dan het potje olijven ‘en vrac’, wat evenveel betekent als ‘deze moet je wegen!’ weet ik nu. Maar dan ook nog dat kleine rode pepertje? Komaan daar past niet eens zo’n prijssticker op ! Terwijl ik mijn estafette zo snel mogelijk probeer af te werken, moet mijn mannelijk gezelschap zichtbaar gegeneerd de geërgerde blikken doorstaan van de klanten, die zo onfortuinlijk waren geweest onze rij te kiezen. Een vernedering die mijn mannen zonder excuses moeten ondergaan, gezien hun Frans te kort schiet om verontschuldigingen te formuleren dat kassa’s in België uitgerust zijn met een weegschaaltje.

De volgende dag maken we opnieuw een gezinsuitstap naar Aubenas, de stad van de Orange-shop. Die blijkt ook in de winter te sluiten tijdens de siësta. Noodgedwongen maken we een stadswandeling en ontdekken een echte kerstmarkt, met plastieken schaatspiste (!), die we niet durven uitproberen. Klokslag 14u staan we voor de Orange-winkel. We zijn de eerste klanten en zelfs zonder het onthaal te passeren, mogen we meteen een echte medewerker spreken. Met enige trots toveren we de wifi-box tevoorschijn waar we al de hele kerstmarkt mee rondsjouwen.

Deze medewerker is niet onder de indruk en heeft nauwelijks oog voor het ding. In plaats daarvan doet hij dat waar ik bij ons eerste bezoek had op gehoopt: Hij zoekt onze gegevens op in de computer, maakt weliswaar even een pijnlijke grimas als hij hoort in welke uithoek we wonen, maar belt dan een technieker op die van op afstand onze lijn kan testen. We zijn niet echt verrast als zijn conclusie is dat die niet werkt. Maar er wordt meteen afspraak geregeld met een technieker die ter plaatse zal komen, maar dat kan pas na kerstdag natuurlijk. Ik ben oprecht verrast over zo veel Franse efficiënte in slechts enkele minuten.

We pakken onze wifibox, waar niemand had naar omgekeken, liefdevol in en keren terug naar onze afgelegen kerststal.

Tot mijn genoegen keken de kids uit naar kerstavond. Vooraf in België kocht ik voor elk van mijn mannen een cadeautje. Ook had ik de laatste dag thuis de jongens wat geld toegestopt en op pad gestuurd om ook voor mij een kleinigheid te gaan kopen. Soms moet je als moeder wat creatief zijn om in je eigen behoeften te voorzien.

Om grote ontgoochelingen te voorkomen, had ik wel meermaals gemeld dat het een ‘klein’ cadeautje was, en met ‘klein’ bedoelde ik niet het formaat, maar de prijs, voor het geval ze dan zouden gaan fantaseren over een Iphone. Mijn strategie had gewerkt, de cadeautjes vallen in de smaak, nu nog de kerstmenu.

Gourmet, ideaal voor kerstavond, vooral omdat er weinig voorbereiding aan is. Filip had me verzekerd dat de nodige logistiek aanwezig was. Mijn aandeel bestaat er alleen uit wat groenten te snijden en pannekoekendeeg te maken, voor het dessert. Maar het gourmet-stel blijkt eerder een soort kruising te zijn van een elektrische BBQ en een broodrooster. Het lukt nog om ons vlees te roosteren op de plaat, maar de bijhorende pannetjes, waarin ik had gehoopt die pannekoekjes te bakken, passen alleen ónder die grillplaat. Gelukkig zijn er nog de kerstkroketten, die ik was vergeten te bakken vooraf, waardoor we tegen het eind van het eten toch elk nog een paar kroketten kunnen eten bij wijze van dessert. Ja, wat mij betreft, kerstmenu geslaagd.

Op kerstdag maken we een wandeling onder een zalig zonnetje in de hoge bergen, waarmee we een letterlijke invulling geven aan de zalige hoogdag. Na wat stevig klimmen en klauteren langs een bergriviertje, aperitieven we boven op de berg onder een staalblauwe hemel. Ook de jongens weten de wandeling, de uitzichten, de meegezeulde aperitiefhapjes te appreciëren.

Bij een afdaling op een moerassige grasveld, gaan Filip en kort daarna Mattis onderuit. Ze hebben zich niet bezeerd maar moeten de wandeling verder met een natte modderbroek. Schoorvoetend bekennen ze (allebei !) dat het grootste probleem nog is dat dit hun enige broek is die ze mee hebben naar Frankrijk. Dat ze dit allebei voor hebben, heeft niets met toeval te maken, maar wel met het feit dat ik bij het inpakken voor de eerste keer geweigerd had iedereen zijn valies te gaan maken…

Tweede kerstdag heeft veel weg van een eigentijdse replica van het kerstverhaal. Opgekleed in ondertussen fris gewassen kleren wachten de jongens in spanning het bijzonder bezoek af. De opluchting is groot als ze hen halfweg de voormiddag in de verte de berg zien op komen : de wijzen uit het oosten, hopelijk ook beladen met geschenken: goud, wifi en mirre.

De technische dienst van Orange heeft duidelijk de grote middelen ingezet. Ze zijn met een grote vrachtwagen met kraan en al en zelfs met twee man! Voor het geval één van beide een flauwte krijgt, wegens niet goed verteerde kerstmenu, vermoed ik. Tegen mijn beperkte verwachtingen in, is het probleem miraculeus snel opgelost. De kraan en de camion blijken overbodig voor een stopcontactje dat een slecht contactje geeft…

De volgende dagen verlopen rustig. De kids maken draadloos contact met hun vriendjes in de bewoonde wereld, ik kan me volop gooien op deze blog en Filip, geveld door rugpijn na zijn slippertje in de bergen, doet krampachtige pogingen zich rustig te houden. De weergoden zorgen gelukkig voor bijpassend druilerig weer, zodat we ons tenminste niet schuldig hoeven te voelen bij zoveel passieve inspanningen.

Writer’s block

Je vroeg je het waarschijnlijk al af, na al die weken zonder nieuw blogbericht, heeft ze last van een writer’s block*? Nee, zo ver ben ik nog niet. Er is een andere reden voor mijn schijnbare productiestop. Schijnbaar dus, want achter de schermen ben ik bijna elke dag aan het schrijven. Mijn huisgenoten, huishouden en huisstofmijten kunnen dat getuigen. Ik zal me even verduidelijken.

Het begon allemaal in juni. Om mijn schrijversgehalte wat op te krikken, schreef ik me in voor een cursus schrijven die in september zou starten. De hele zomer keek ik er verlangend naar uit. Ik zag het al helemaal voor mij: mijn eerste boek in de winkel, handtekeningen uitdelen op de boekenbeurs, interviews in talkshows en natuurlijk ook, zoals alleen echte grote schrijvers, ooit een writer’s block… 

We zijn nu een paar lesmaanden verder, ik leerde al zéér veel bij, alleen betwijfel ik of mijn schrijversgevoel er tot nu toe zeer opgekrikt van werd.

Les één begon met het fragment “So you want to be a writer” van Charles Bukowski**. De essentie van zijn betoog:  je bént een schrijver of je bent het niet, een schrijver wórden is geen optie…  Ik had mijn inschrijvingsgeld nog niet betaald. Ik kon nog alle kanten uit…

Ik koos voor het voordeel van de twijfel. Niet aan mezelf! Maar aan Bukowski, bij mij toch vooral gekend om zijn liefde voor whiskey en vrouwen. Waarschijnlijk had hij dit fragment zwaar onder invloed geschreven, in een poging een rivaliserende would-be schrijver uit te schakelen die een zelfde minnares deelde …  

Het is me nog steeds een raadsel waar ik die moed bijeen schraapte de confrontatie aan te gaan met mezelf en mijn schrijversambitie. Misschien lag het aan de leerkrachte, de er-altijd-stralend-vrolijk-en-fris-uitziende Lara Taveirne***, zelfs wanneer haar hond net is overleden (dit laatste heb ik niet eens verzonnen, mag je navragen aan mijn klasgenoten!). Misschien lag het aan haar beloftevolle beeldrijke boeken, die ik in de zomer voor de lessenreeks nog snel had gelezen. Of misschien doordat ze ons al vanaf de eerste les uitdaagde met opdrachten die we ter plekke moesten creëren (jullie krijgen 5 minuutjes, is voldoende?) en dan onze literaire miskramen bewonderde als waren het de schattigste baby’s. Wie waren wij om haar tegen te spreken?  

Ik heb absoluut geen spijt van mijn keuze. Ik bewonder Lara oprecht voor haar expertise en enthousiasme. Meestal onthaalt ze onze teksten met een soort van blije verwondering over zo veel vlijt en vooruitgang. Daarna formuleert ze de perfecte dosis opmerkingen en aanmoedigingen, waardoor je vastbesloten bent, na een volgende herwerking, de prijs voor het beste debuut binnen te halen.  

Maar ik moet realistisch zijn, het zal nog niet voor direct zijn, die carrièreswitch. Er is nog heel wat werk aan mijn boekenwinkel. Schrijven is een heel tijdrovende bezigheid, je moet je er helemaal kunnen in onderdompelen, wat niet altijd evident is, voor je het weet zit je tussen overgare soep en aangebakken patatten.

En dan is er nog het veldwerk, je kan niet zomaar wat schrijven. De inhoud moet kloppen met de werkelijkheid, want herkenbaarheid is een belangrijk gegeven voor de lezer, leerde ik ook. Zo had ik laatst uren geknutseld aan een passage over een trein die het station luid donderend komt binnen gereden : het geluid van de afremmende trein, in mijn herinnering een akelig schurend metaalgeluid, was de openingszin van mijn tekst. Mijn ontgoocheling was dan ook groot toen ik bij een recente, nog zeldzame treinreis, vaststelde dat treinen de laatste paar jaar blijkbaar ontzettend geëvolueerd zijn en helemaal geen dergelijk -zij het dan goed omschreven- geluid meer produceren. In plaats daarvan glijden ze bijna geruisloos het station binnen, zonder enig spoor nog van die ouderwetse dramatiek. Ik kon dus meteen les twee in praktijk brengen : ‘durven schrappen’! Ik maak vorderingen, denk ik. 

Soit, alle drama en hectiek op een stokje, ik amuseer me eigenlijk wel te pletter. Maar mijn punt is dus dat ik allerminst te kampen heb met een writer’s block. Als ik al met iets kamp, dan is het een soort van identiteitscrisis. Doorheen de schrijfopdrachten zwalp ik van euforie naar depressie en terug. Misschien is dat juist de bedoeling want ik begin de heer Bukowski, meer en meer te snappen, zijn teksten en zijn liefde voor whiskey.

Gelukkig is er nog deze blog, waar ik kan schrijven, zonder opgelegde thema’s, uit de losse pols over mijn doodgewone leven. Het voelt als een beetje thuiskomen, bij mijn lieve lezers, bij de kiem van mijn passie.

——————————————————————————————–

* Schrijversblok (Engels: writer’s block) is het tijdelijke onvermogen van een schrijver of componist om tot schrijven te komen.

** Het fragment “So you want to be a writer” van Charles Bukowski kan je hier lezen.

*** En de drie sterren-voetnoot is voorbehouden voor een linkje naar Lara Taveirne.

Autorit

Echtelijke ruzies, het waren er gelukkig nog niet veel, maar 90% ervan vond plaats in de auto en waren altijd gerelateerd aan het autorijden. Over te traag of te snel, te dichtbij of te veraf, te links of te rechts, over het verschil tussen bemoeien en waarschuwen, over de manier van remmen en schakelen, de radio te luid of te stil, de navigatie instellen en niet volgen….

Ongelooflijk hoeveel discussie-materiaal er zich bevindt in die beperkte ruimte van een auto !

Ondertussen zijn we allebei al vertrouwd met de risico’s van een autorit maar gewapend met wat humor en een paar auto-survival-truken doorstaan we elke trip.

Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat ik toch nog altijd wat zenuwachtig ben als er weer een 10-uren-rit naar de Ardèche op het programma staat.

Het moment van vertrek! Ik loop meestal het huis nog rond als een kip zonder kop, probeer me te focussen op wat niet mag vergeten worden : de frigo-spullen, de toiletzak, de laders van de gsm,…. terwijl Filip al ongeduldig achter het stuur zit te wachten.

Er zit niets anders op dan alles los te laten en mij vast te klikken in de passagierszetel. Vanaf dan ‘moet’ of beter ‘mag’ ik in principe niets meer doen. Dat wil zeggen, niet helpen remmen, niet helpen meekijken in de spiegels bij het voorbijsteken, geen advies geven over het schakelen, er niet helpen aan herinneren ruitenwissers of lichten aan te steken ….. Vermoeiend lastig, kan dat soms zijn, niets doen!

Ten voordele van ons huwelijksgeluk, heb ik al veel strategieën ontwikkeld, om de omliggende verkeerssituatie, de rijstijl en de route zelf, zo veel mogelijk te negeren.

Ik begin meestal met het afwerken van mijn ochtendtoilette, gezien ik daar thuis geen tijd meer voor had. De behoorlijk grote spiegel van de zonneklep komt daarbij goed van pas: haar kammen, ogen maquilleren, bril vervangen door lenzen… Zo kom ik toch een beetje fatsoenlijk voor de dag, vanachter mijn raam, voor de passerende chauffeurs.

Ja, dat is nog een favoriete bezigheid : sightseeing of gluren bij de buren! In de auto’s die we voorbijsteken, en vooral ook als we stil staan aan de lichten of in de file. Waar zijn mijn lotgenoten mee bezig? Zijn ze geamuseerd aan het babbelen of wijzen die gesticulerende armen op een auto-discussie ? Soms voelen mensen als je hen aanstaart, en moet ik gegeneerd mijn blik afwenden, als ze dan per ongeluk ook terug kijken.

Lezen! Nog een perfecte activiteit tijdens lange autoritten! Thuis word ik vaak afgeleid van het verhaal door stemmen in mijn hoofd die me herinneren dat de vaatwasser nog moet geleegd worden, de droogkast gevuld, de trap gestofzuigd…. maar daar heb ik in de auto totaal geen last van! De stemmen weten niets te verzinnen, er is toch niets anders te doen!

‘Slapen’ is uiteraard de beste remedie tegen autostress. Wat Filip betreft, mijn meest doeltreffende strategie. Het toeval wil dat ik een expert ben in tukjes doen. Dat lukt voor mij ook perfect in een auto. Enige voorwaarde is dat ik mijn ogen afdek zodat het donker lijkt. Daarom heb ik altijd een sjaal bij de hand. Als een slaapje zich opdringt, leg ik die op mijn ogen en maak hem dan vast achter mijn hoofd. Want in een schokkende, soms wat onverwachts weg en weer wiegende auto (waarmee ik geen kritiek wil uiten op mijn chauffeur uiteraard !) kan de sjaal niet naar beneden zakken over mijn neus of mond en geraak ik niet ongewild in ademnood tijdens mijn slaap.

Ik neem het er maar bij dat het wel een vreemd zicht moet zijn voor de passanten. Ik zou ook mijn bedenkingen hebben als ik een camionette zie passeren met naast de chauffeur een geblinddoekte vrouw. Maar tot nu toe werden we nog nooit aan de kant gezet door een controle-patrouille.

Gelukkig maar, want het zijn onze beste auto-momenten. Mijn chauffeur kan ongestoord zijn ding doen, terwijl ik lig te dromen van onze eindbestemming.

Al bij al kan ik toch maar weer mooi van geluk spreken. Zoveel problemen zijn er niet in de wereld die je kan oplossen door gewoonweg te slapen.

Zondag

Zondag, de enige dag zonder wekker. Die zevende dag van de week, doen we zoals God het ons voordeed: uitrusten !

De jongens zijn al in die grootteorde dat ze ons niet meer wekken. De oudste blijft trouwens liefst zelf tot de noen in zijn bed liggen. En als we geluk hebben, staat er voor de jongste ook geen huiswerk meer op de planning en is er geen handbalmatch.

Om de twee weken is er ook een versie ‘zondag zonder kids’. Dan kan alleen onze eigen planning, onze rustdag verstoren, zou je denken… Was het niet van onze kleinste telg, Twix, de poes, die als een echte dame ook haar deel van de aandacht opeist !

We vermoeden dat ze last heeft van een soort verlatingsangst. Die steekt vooral de kop op rond 6u30 de zondagmorgen. Het uit zich in klagend miauwen en krabben aan onze kamerdeur. Een blinde paniek die haar overvalt dat we er niet meer zijn. In haar kattenbrein is dat de enige verklaring voor het feit dat Filip niet zoals andere dagen op dat uur, uit de slaapkamer komt, waar ze geduldig ligt te wachten, en in het halve duister haar best doet zoveel mogelijk in de weg te liggen, zodat hij écht moet bewijzen dat hij wakker is door vooral niet te struikelen!

Gelukkig is het enkel Filip die ze mist. Eens hij dan toch maar is opgestaan om haar gerust te stellen dat hij nog leeft, kan ik gewoon nog wat verder soezen.

Het voordeel is ook dat, als hij dan toch als eerste is opgestaan, hij meteen ook naar de bakker kan gaan. En zo is elke zondag ook een beetje vrouwendag ten huize Irfi.

Huiswerk

“Ik moet nog huiswerk maken, anders zal de juf boos zijn!” Tja, dat wil je niet natuurlijk, je wil die juf van je zoon tevreden houden, je wil je zoon ‘s morgens met een glimlach naar school zien vertrekken, je wil hem ‘s avonds niet wenend in bed vinden omdat hij nog een taak vergat te maken.

Al is dat niet altijd simpel als je een rugzak leerproblemen meezeult. ‘Leer’-problemen, voor wie niet vertrouwd is met het concept, dat betekent dat je, ondanks een gemiddeld IQ, toch moeite hebt om te lezen, moeite om te rekenen, moeite om te onthouden, moeite om nieuwe leerstof op te nemen, moeite om geleerde leerstof te automatiseren, moeite om te plannen… Er is geen verklaring, geen oorzaak, geen remedie, geen medicatie, ….

Met al deze beperkingen is huiswerk, steevast een zware beproeving, ook voor mij.

Het begint met een schietgebedje als de boekentas open gaat, dat minimum toch de schoolagenda in de boekentas zal zitten, en dat hij die niet vergeten is op school. Eens dat geluk ons ten deel valt, gaat het erom daarin samen op zoek te gaan naar de taken voor deze week. Hoe moeilijk kan dat zijn, hoor ik jou denken? Dan ben jij waarschijnlijk ook nog van die generatie waarvan er in de lagere school alleen zoiets bestond als rekenen, lezen en WO (en knutselen en turnen, maar daar kreeg je geen huiswerk voor)?

Wel nu, het is tijd voor een update! Die vakken zijn exponentieel uitgegroeid tot een arsenaal vakgebieden als meten, metend rekenen, meetkunde, toepassingen, getallenkennis, cijferen, taalbeschouwing, spelling, luisteren, begrijpend lezen, …. Zelfs met mijn notities erbij van alle infosessies, die ik op school trouw probeer bij te wonen, slaag ik er nog steeds niet helemaal in al die begrippen volledig uit elkaar te houden en aan de juiste inhoud te koppelen.

En blijkt dit nu toch wel de eerste vereiste te zijn van een optimale huiswerk-coach. Je moet spelen met die vakbenamingen, ze moeten deel uitmaken van je dagelijks vocabulaire! Anders zit je daar mooi, naast je lagere schoolkind, trots te wezen over je perfecte kennis van spellingsregels en je inzicht in lagere schoolwiskunde, maar heb je niet eens een flauw benul waarover de huistaak zal gaan, afgaand op de omschrijving in de agenda.

En alsof dat al niet complex genoeg is, hoort bij elk van die vakken nog eens een bibliotheek handboeken én werkboeken, met wat mij betreft toch iets te weinig onthullende namen. Of wat versta jij onder boeken met titels als ‘Katapult’, ‘Kompas’, ‘Mundo’, ‘ViaMundo’, ‘Alfabeestje’, ‘Zonder fouten’, ‘Quartier Etoile’? Ja dat laatste is Frans, die had ik zonder infosessie ook nog wel door..Maar de rest?

Ja ik geef toe, na 6 jaar, zou ik die namen nu toch onderhand wel moeten kennen… Ik vermoed dat ik ook leerproblemen heb…

Maar goed, eens we zover zijn, dat we alles hebben uitgeplozen wat ons te doen staat deze week en we alle bijhorende boeken hebben gevonden, dan denk je, vooruit, nu gaan we er snel aan beginnen, zodat we er vanaf zijn! Mis! Niet in een 6de leerjaar! Want in een 6de moet je eerst leren plannen.

Plannen is namelijk een fundamentele vaardigheid voor de verdere schoolcarrière, dat begrijp ik. Maar voor mijn zoon komt het neer op beslissen welke taak hij zonder veel poes-pas direct kan beginnen invullen, en beslissen welke taken hij wil uitstellen naar ‘niet vandaag’.

Om niet nog meer kostbare vrije tijd te verliezen, begint hij meestal toch maar meteen met het eerste het beste invulblad, en ondertussen hou ik me dan maar in stilte bezig met het plannen van zijn uitgestelde taken.

En terwijl ik zo naast hem zit, en hem af en toe wat bijstand geef bij moeilijke woorden of begrippen, zit ik hem stiekem van achter mijn planningsschema te bewonderen, voor zijn motivatie, zijn enthousiasme en zijn niet-aflatende inzet, die hij ondanks alles nog aan de dag kan leggen, na al mijn gezeur, gezucht en gezaag dat ik censureerde tijdens de hierboven beschreven passage, en dat hij bovenop zijn leerproblemen ook nog maar eens heeft moeten doorstaan…

Ik vermoed dat ik een grote buis zal hebben voor huiswerk-begeleiding. Nu maar hopen dat de juf niet boos is….

Facebook

Mijn Facebook vrienden…. waar zijn ze, wat doen ze, wat drijft hen? Dat vraag ik me de laatste tijd vaak af.   Want ik vind ze niet meer? Iemand moet dringend de digitale versie uitvinden van de sticker “geen reclamedrukwerk a.u.b.” om te kleven op mijn Facebook-postbus. Want ik verzuip in advertenties, filmpjes en reclame! Zo erg dat ik mijn eigen vriendjes niet meer terug vind! 

En ja, toegegeven, de reclame is wel zeer gericht. Daar heb ik absoluut geen klagen van. Het zijn altijd precies die spullen waar ik nood aan heb in mijn leven, die worden geëtaleerd. Dankbaar voor zoveel ingenieuze efficiëntie moet ik toch minimum alles eens bekijken, vind ik… Heb ik even gegoogeld naar krabpalen om te voorkomen dat onze poes de zetel als krabmuur gebruikt, dan krijg ik meteen erna een collectie coole krabpalen te zien tot in 5 etages, maar evengoed van nieuwe zitbanken, én van pedicure-sets voor kleine huisdieren….. ook allemaal opties natuurlijk! Enig nadeel van de nogal overvloedige waaier aan keuzes is dat ik als twijfelaar, aan keuzestress bezwijk en al lang geen zin meer heb in de aankoop van een krabpaal. Met die twijfelaars-factor houdt het algoritme van Facebook (nog) geen rekening vermoed ik….

En ja, eigenlijk was ik op Facebook om een inkijkje te krijgen in het leven van mijn zelf gekozen vriendjes. Maar nu zie ik toch wel continu filmpjes ! Een halfuurtje facebooken en je beleeft een rollercoaster aan emoties! Nu eens door de meest schattige huisdieren ‘ever’ van over heel de wereld, dan weer macho-mannen die hilarisch ongelukkig in een zwembad belanden, en soms ook lieve weeskindjes die net op een originele manier te horen kregen dat hun stiefpapa hen wil adopteren, ja zeer aandoenlijk !

Maar euuh, ik durf het bijna niet zeggen, maar ik ken die mensen helemaal niet hé. Waarschijnlijk is er iets mis met mijn Facebookaccount? 

Terwijl ik verder op zoek ga naar mensen die ik wél ken, wordt mijn aandacht getrokken door een artikel met onthullende details over het laatste familiedrama, als ik dat wegklik zie ik een preview van wat er vanavond zal gebeuren in Thuis (interessant voor het geval ik geen tijd heb om te kijken), en daarna ook een post-view van de programma’s die ik al heb gemist, en dan vallen mijn ogen op zalige schoenen!  Ze blijken wel van de andere kant van de wereld, maar gelukkig net in promotie en nog goedkoper dan de in de winkel een paar straten verder!  

Maar euh…. waar was ik nu weer mee bezig?

Ah ja, juist, mijn vrienden ! Maar waar zijn jullie toch!? En wat deden jullie vandaag? Vroeger wist ik tenminste nog wat jullie aten op restaurant, ik kon meekijken in jullie bord en wist met wie je daar zat! Ik zag foto’s van jullie pasgeboren baby’s nog met navelstreng en al! Maar tegenwoordig deelt niemand nog iets ! En als ze dat al doen, vind ik het niet terug tussen die massa’s reclame en fake-filmpjes…. 

Echt waar, vroeger won ik ongelooflijk veel tijd met Facebook. Ik hoefde mijn vrienden niet meer te bellen, om te weten dat ze op reis waren en kon me de tijd besparen bij hen binnen springen nadien om die reisfoto’s te gaan bekijken en beleefd hun vakantieverhalen te aanhoren. En ik moest  geen moeite meer doen verjaardagen te onthouden of laat staan verjaardagskaartjes te sturen ! Ik moest niet meer langs gaan bij familie om mij nog de namen te herinneren van hun kinderen. En van kennissen volstond het af en toe eens een foto te liken bij wijze van erkenning, zo verloor ik tenminste  geen tijd meer hen te begroeten op straat, want ja eerlijk gezegd, zó goed ken ik ze nu ook weer niet eigenlijk … 

Maar nu weet ik het zo niet meer, hoe moet het nu verder?  Waarom maakt Facebook eigenlijk geen betalend profiel zonder reclame? Van alle andere Apps, wordt mij dat om de haverklap gevraagd: ‘upgrade naar App zonder reclame?’ Hoeveel keer heb ik dat al weg moeten klikken? Mark Zuckerberg zal dat geen goed idee vinden, Facebook zonder reclame, want anders had hij het al lang gelanceerd. 

Maar Facebook zonder vrienden, dat vind ik dan weer geen zo’n goed idee…. 

Misschien moet ik toch een  Facebook detox overwegen, of zelfs cold-turkey-gewijs meteen helemaal stoppen. Het zou in ieder geval een tijdsbesparing kunnen zijn. En wie weet, vind ik dan wel weer vrienden terug ? Of heb ik tijd om zelf met hen op restaurant te zitten! 

September

Ik ben geen ochtendmens, en al helemaal niet in september. Zelfs het meest vredige boedha-belletjes-geklingel, dat ik als wekkergeluidje heb ingesteld, klinkt op een maandagmorgen in september als een nietsontziende boosaardige wake-up call vol leedvermaak !

September schiet onverbiddelijk als een rollercoaster uit de startblokken, meteen volle gas, meteen voluit, alles uit de kast en alles tegelijk! Als fulltime-uithuis-werkende, daarnaast binnenshuis-licht-chaotische huisvrouw en uiteraard ook manager-moeder (met nadruk op ‘moe’…) van 2 beginnend puberende zonen, is het wel eens chaos in mijn hoofd en ja, ook in mijn huis.

Maar er is geen ontkomen meer aan nu, die rollen moeten weer opgenomen worden, met de nodige kortsluitingen en conflicten tot gevolg.

Kies ik de rol van de loyaal bijspringende collega die wat langer doorwerkt tijdens de septemberdrukte? Maar dan kan ik niet tegelijk de attente mama zijn die na schooltijd de kinderen opwacht met verse bananenmilkshake ….

En ik ben liefst de relaxte, gezellige partner, die alle tijd heeft voor een aperootje samen, maar dan moet ik het licht geïrriteerde huisvrouwstemmetje in mijn hoofd verdringen dat mij wil herinneren aan berglandschappen van was en strijk, die zich aan het vormen zijn. Maar zou ik toch beter niet eerst een halfuurtje op de cross-trainer mijn conditie weer op gang trappen, want die zit ook in een serieuze dip na de luilekkermaanden….

En dan heb ik nog niet gesproken over vrienden en hobby’s. Zelfs op dat vlak is er keuzestress. Want als ik kies voor een bijklets-avondje met vrienden, wanneer is er dan nog eens tijd om wat bijeen te schrijven voor mijn blog?

Het goede nieuws is dat er altijd een keuze is! En als ik dan toch mag kiezen, dan kies ik voor het leukste! En dus, als de kids dan na de ochtendrush, mogelijks in ongestreken kleren (tja, ik moet toch consequent blijven in mijn verhaal hé ….) naar school vertrokken zijn, kies ik voor een me-time-momentje, ik alleen met een koffie en mijn IPad. Dan geniet ik ervan de Scrabble-App te openen en rustig de tijd te nemen een zo lang mogelijk woord te zoeken, of toch met zoveel mogelijk punten.

Pas daarna fiets ik naar het werk, en laad ik me onderweg op om de collega te zijn zonder ochtendhumeur.

De Turkse kapper die naast het werk is gevestigd, staat buiten wat te wachten op klanten. Hij begroet ondertussen een Aziatische man aan de overkant die ik herken van de noodlebar, en die zo te zien tijd heeft voor een wandelingetje. De hardwerkende zelfstandigen zijn blijkbaar verrast elkaar zo werkloos aan te treffen, want terwijl ik mijn fiets op slot zet, hoor ik hen tot mijn verbazing en bijna verontschuldigend tegen elkaar zeggen: ‘september is een rustige maand hé !’

Ik bedenk dat het misschien het moment is een afspraak te maken bij de kapper voor de jongens… en als lunch zal ik een noodle-soepje eten, verdorie !

Vakantie

Als mijn grootste zorgen zijn, welke kleur nagellak er matcht bij mijn bikini, op de hoeveelste pagina ik was beland in mijn boek, of er nog een nieuw laagje zonnecrème nodig is, en vanaf hoe laat een aperitief is toegelaten, dan is het vakantie.

Vanuit de ligzetel naast het zwembad kijk ik uit op de zijgevel van ons zomerhuis. Daar hangt een groot uurwerk, zo één als op een kerktoren, een grote metalen wijzerplaat met gouden Romeinse cijfers. Alleen de wijzers ontbreken, die hebben de val niet overleefd, toen de klok een tijd geleden door een herfstige rukwind terecht kwam op de oprit. Het metalen geval was gelukkig net naast de geparkeerde auto’s terecht gekomen. Sindsdien is er dus enkel nog de wijzerplaat zonder wijzers en staat de tijd hier stil. Geen klokken, wekkers, kalenders of deadlines. Alleen een zee van tijd waarin ik me laat drijven… en onderdompel in de zalige stilte.

En stilte is er in overvloed, met daartussen het getjirp van krekels, het ruisen van bomen, het gezellig gekakel van kippen bij de buren, het zacht geklots van het water in de skimmers van het zwembad, en sporadisch in de verte een auto die vanuit het dal in moeizame bochten de berg omhoog klautert.

Zelfs de meegereisde vrienden zijn geen storende factor. Ze liggen of hangen rond het zwembad of op het schaduwterras, en houden zich in stilte bezig, alsof we op gezamenlijke stilte-retraite zijn in één of andere Indische ashram.

Om in de oosterse sfeer te blijven geef ik af en toe eens yoga. ‘Af en toe’ dat is op die dagen waarop ik geen hoofdpijn heb van de apero’s de dag ervoor. Dat is zo gemiddeld om de twee dagen. Enkel de dames doen mee. De mannen blijven op een veilige afstand, maar dicht genoeg om onze ongewone poses gade te slaan. Als we dichtgeplooid zitten, in een houding waarin we in een doosje zouden passen, worden we met ons zesde zintuig gewaar dat één van de mannen nadert. Zelfs met onze ogen dicht, voelen we de cameralens inzoomen. Maar zen als we zijn, berusten we vredig in ons lot heel waarschijnlijk vereeuwigd te worden met te veel decolleté, bilspleten en huidplooien.

Bij een stilte-retraite horen ook wandelingen. We wandelen langs velden, bossen en koeien en arriveren in het dichtst bij gelegen dorp. Een paar huizen, de onvermijdelijke ‘salle polyvalente’ zoals in elk dorp hier, een kerkje en een cafeetje waar we een pitstop houden. Specialiteit blijkt sangria te zijn. Al lijkt die verdacht veel op gluhwein, opgeleukt met wat zomerfruit. Het zijn blijkbaar niet alleen de zalen die hier polyvalent zijn. Er is een bijhorende dagschotel. We beslissen dat we na onze wandeling best honger mogen hebben. Even later zitten we elk boven een bord verse paella : gele rijst met wat uitgeputte mossels, vergezeld van een koppel langoustine’s, die zo te zien ook last hadden van de hitte. Om de droge mossels wat vlotter door te spoelen, worden we een extra kan koude gluhwein geoffreerd. Bij het afrekenen, laat de eigenaar ons niet vertrekken, zonder ons ook nog eens een elexir van het huis aan te bieden als digestief. Hij is duidelijk niet gerust in de verteerbaarheid van zijn Spaanse menu.

De wandeling terug verloopt nu iets luidruchtiger. De koeien staren ons dwaas aan. Al denken zij van ons vermoedelijk hetzelfde. Maar we vinden het huis zonder problemen terug en ook het zwembad is er gelukkig nog steeds voor een verfrissende duik.

Ik dobber rond op de luchtmatras in de vorm van een mega Magnum rosé fles die ligt te koelen in het water. Op het wateroppervlak merk ik de insecten op die aan de verdrinkingsdood proberen te ontsnappen. Genereus als ik ben, maak ik een einde aan hun doodsstrijd, en duw hen lang genoeg kopje onder. Nu ze niet meer bewegen lijkt het me gemakkelijker ze uit het zwembad te vissen. Dat is de taak van één van de vrienden die het handigst is met het visnetje .

Zo heeft elk zijn bijdrage aan de groep. Er zijn er die altijd overdreven veel drank meebrengen waardoor we geen dorst lijden, er zijn er met een spotify abonnement waarvan we mee mogen profiteren, er zijn er die zeer bedreven zijn in de vaatwasser vullen, en er zijn er ook die wel eens liever niets doen, maar die dragen dan weer het spreekwoordelijke zieltje bij, voor die extra vreugde.

Eén groot nadeel van die verheerlijkte rust en afgelegen stilte van ons stekje, is wel dat je om de zoveel dagen toch een paar kilometers misselijkmakende bochten moet overleven, wil je de bewoonde wereld nog eens bereiken. De graad van wagenziekte is sterk afhankelijk van het testosterongehalte van de chauffeur. Maar evengoed van de plaats die je kan veroveren in de auto. In één van de auto’s in ons wagenpark is er zelfs een massage-zetel! Met knoppen op het flashy dashboard kan je de intensiteit en de plaats van de massage instellen. Begrijpelijk dat er al eens wat gekibbel in de roedel ontstaat voor die luxueuze passagierszetel. Als je het gevecht niet hebt gewonnen, zit er niets anders op, dan vanop de achterbank met een kerende maag, ook nog eens de genotskreetjes van de rivale te moeten aanhoren.

Als je dan na zo’n tweederangsrit terug aankomt in het zomerhuis, kan je alleen maar hopen dat het al tijd is voor een aperitief. Tegen dat je maag weer in de juiste positie ligt, zijn meestal ook de plooien gladgestreken. In die avond-uren ruilen we dan de stilte in voor een Spotify-playlist. De ingeslagen levensmiddelen worden op de BBQ gegooid en alcohol en avondverlichting verlichten de zeden.

Mijn enige zorg is nu nog dat ik de tel niet mag kwijtraken van het aantal apero’s… maar gelukkig zijn er zelfs vrienden die dat helpen bijhouden. Op zo’n moment kijk ik tevreden rond en besef dat ik ze goed gekozen heb die bende vrienden….

Het is altijd een beetje vakantie waar de vrienden zijn.

Solden

Solden, een lastige periode voor impulskopers, waaronder ik mezelf moet rekenen. Je krijgt te maken met héél wat uitdagingen tijdens die paradoxale periode waarin je geld kan uitsparen door meer aan te kopen. Ik besef dat ik er met mijn kopje moet bijblijven, me niet mag laten afleiden of verleiden. Maar als ze dan zelfs op het nieuws aankondigen dat er supersolden zijn, alsof het een boodschap van algemeen nut betreft , dan kan ik toch niet anders dan me te haasten naar de winkel!

Bij de wintersolden begin januari, word ik nog enigszins belemmerd door de confrontatie in het pashokje met dat onvermijdelijke maatje meer, na die al even onvermijdelijke feest-marathon van kerstmenu’s en nieuwjaarsfeestjes… En bovendien is er in die periode van het jaar toch weinig dat flatteert met een wit wintergezicht met bijhorende donkere wallen onder twee vermoeide ogen …

Maar tijdens de zomersolden ! Dat is een ander paar (korte) mouwen ! Dan speelt niets van dat alles mij helaas parten. In tegendeel, alle factoren spelen in het voordeel van de verkoopcijfers van de winkeliers.

Om te beginnen is er het elk jaar terugkerende fenomeen bij de eerste warme dagen : een nijpend gebrek aan zomerkleren in mijn kleerkast! Pas nadat ik de tekorten heb aangevuld (meestal nog vóór de koopjesperiode) en die wil opbergen in de kleerkast, ontdek ik dan toch altijd weer die zomeroutfits van het jaar ervoor, die in een uithoekje van de kast hun winterslaap lagen te doen.

Ten tweede is er de kenmerkende eigenheid van zomertenu’s…. die zijn nu éénmaal niet allemaal even draagbaar op het werk! Diep uitgesneden jurkjes of hoog afgesneden shorts, zijn onmisbaar in het zomerhuis met zwembad, maar not done op het werk, voor wie au sérieux wil genomen worden (oei, slechte woordkeuze!)… Soit, mijn punt is dat je hoe dan ook altijd twee soorten zomergarderobes nodig hebt!

En ten derde, is zomer-shoppen een therapeutische bezigheid. Het is als de levensnoodzakelijke shot die je nodig hebt om de laatste werkweken tot aan je verlof door te komen. Je koopt de zomer in een zakje en als extra bonus krijg je een instant vakantiegevoel. Het is gewoon een kwestie van pure emotie en verlangen.

Geen ontkomen aan dus voor een emo-shopper als ik.

Afgelopen week, fiets ik bijgevolg als een weerloos slachtoffer richting shoppingwalhalla en parkeer mijn fiets bij de H&M.

‘Prullen voor een prikje!’, schreeuwen de etalagepoppen. ‘Dit zomerjurkje met een trendy print, kan zo van jou zijn!’ fluisteren ze verleidelijk als ik dichterbij kom. ‘Gewoon even binnen lopen en bijeen scharrelen, maar je moet snél zijn, wil je nog jouw maat vinden!’ Ik haast me gehoorzaam naar binnen…

Binnen is het bloedheet, naar horen omdat de airco stuk was! Hoe kan dat, dacht ik, en dat tijdens een officiële aangekondigde hittegolf! Dit kan gebeuren, zou je denken, ja, in het buurtwinkeltje om de hoek, maar toch niet in een multinational zoals de H&M ! Je kan toch niet begrijpen dat er geen enkel airco-bedrijf beschikbaar was, dat met hoogste prioriteit desnoods op zondag of ’s nachts die airco kon fixen! Ik dacht nog even om een visitekaartje van Filip af te geven aan de winkelmanager, ‘de vakman uit uw buurt, voor verwarming sanitair én airco’s’… Maar nu pas besef ik dat dit geen zin had gehad, omdat het gewoon een onschuldig verpakte slinkse verkoops-strategie was !

Niemand zal toch in zo’n winkel blijven, in die broeierige hitte, zou je denken ! Dat dacht ik ook. Maar dan onderschat je vrouwen die hun zinnen hebben gezet op een lekker soldeke. Die laten zich niet zomaar afwimpelen door een beetje warmte. In tegendeel, ik ontdek een krioelende massa transpirerende vrouwen, die blijkbaar net als ik, ook hun zomerspullen van vorig jaar nog niet teruggevonden hadden in hun garderobe, en in plakkerig aansluitende outfits, en meer dan ooit smachten naar één van die losse frisse licht- en luchtdoorlatende kleedjes in de rekken. Slim gezien van de H&M!

Nadat ik tussen die onwelriekende mede-shopaholics een paar stukken heb weten te bemachtigen, zie ik de wachtrij aan de paskamers. De moed zakt in mijn slippers… Ik sta op het punt alles terug te leggen. De gedachte alleen al, dat ik me in zo’n aangedampt zweethokje zal moeten murwen, maakt me ongemakkelijk. Maar dan komt gelukkig de verlossende aankondiging door het omroepsysteem: een vriendelijke stem wijst de klanten erop dat ze de lange wachtrijen aan de pashokjes simpelweg kunnen skippen, door gebruik te maken van de 30-dagen-bedenktijd-service ! Thuis passen en de aankopen terug brengen die mij niet bevallen. Een beetje het Zalando-principe dus, alleen zorg je zelf voor het vervoer. Wat een service en luxe toch, bedank ik in stilte het brein achter de keten. Ik twijfel geen seconde en besluit dat ik in deze extreme omstandigheden hier beter kan op ingaan en zoek wat verkoeling in de warme buitenlucht.

Thuis gekomen, blijkt de short die ik kocht even oncomfortabel als een pashokje zou geweest zijn. Maar geen nood, ik kan die dus zoals afgesproken, gewoon terugbrengen naar de winkel.

Vier dagen later wandel ik met mijn papieren H&M-tasje met te nauw shortje terug binnen in de winkel. Ik probeer me te focussen en direct door te lopen naar de kassa zonder me onderweg te laten verleiden door de felgekleurde procent-labeltjes. Trots op zoveel zelfbeheersing installeer ik mij in de wachtrij met mijn kassabon, klaar om mijn geld terug te ontvangen.

In die vier dagen heeft de multinational nog steeds geen airco-hersteller kunnen strikken! Wat mijn vermoeden alleen maar bevestigt dat het hier niet zomaar om een ongelukkig defect gaat. De 2 kassiersters van dienst, worden wat extra warme lucht toegewaaid door een ventilator, die ze wel moeten delen onder elkaar. Dit blijkt niet altijd evident. Terwijl ik sta aan te schuiven is er overleg nodig waar de ventilator nu best staat. Als de ene verkoopster hem wat dichter bij haar schuift, klaagt de andere dat haar kassalade niet meer open kan, omdat het ding in de weg staat. Dat kan niet de bedoeling zijn uiteraard !

Na wat gepuzzel en geschuif met de ventilator, hebben de kassières tijd voor mij. Ik toon mijn kasticket en meteen komt het addertje van onder het gras gekropen. Nu blijkt dat er nooit geld terugbetaald wordt, maar enkel een tegoedbon gegeven wordt! Die kleine lettertjes had ik niet gehoord door de luidsprekers bij mijn vorig bezoek. Ik word dus verplicht toch het bedrag te spenderen. Maar goed, het is te warm voor enige vorm van opstandigheid of verzet en ik beslis dan maar wat uit te zoeken voor één van mijn gezinsleden.

Omdat ik weet dat ik manlief met geen stokken deze hete winkel zal binnen krijgen, (tenzij om de airco te herstellen misschien), beslis ik zelf even de mannenafdeling af te struinen. Onder lichte dwang dus kies ik 2 broeken, 1 short en 1 T-shirt. Veel méér dan mijn cadeaubon waard is natuurlijk. Aan de kassa moet ik dus nog wat opleggen. Het tasje van mijn teruggebrachte short blijkt nu te klein, maar de kassierster is blij te mogen meedelen dat de zakken toch gratis zijn ! Zeer tevreden over de gratis actie, wandel ik buiten met een veel grotere zak dan ik zopas mee binnen kwam. Ik ben verrast door het sneeuwbal-effect van mijn aankopen.

Eens thuis, blijken enkel de T-shirt en de short in de smaak te vallen.

Ah, geen probleem, de rest breng ik gewoon terug naar de winkel en in ruil krijg ik weer toch weer zo’n cadeaubon, dat weet ik nu al, geen verrassingen meer ! Mijn volgend ruilbezoek heb ik voorlopig nog even uitgesteld. Maar ik ben zelf al benieuwd naar de uitkomst. Zal ik nog een grotere zak krijgen? En zal die ook nog gratis zijn?

Moraal van het verhaal ? Ik kan het iedereen aanbevelen :
H&M, de shopping-keten voor oneindig veel koopjesplezier !

Verbouwen

Niets is zo boeiend als leven in een huis in volle verbouwing. Elke dag verandert er wel iets, een muur meer of minder, een ruimte afgebroken, een extra ruimte, en meubilair dat zich gedwee weg en weer laat verhuizen om kamers – al of niet tijdelijk – een andere functie te geven….

Je leeft in een dynamisch project dat nooit saai is, alleen een beetje stofferig bij momenten. En er is ook altijd gespreksstof aan de keukentafel en met vrienden en bezoekers over hoe het was en hoe het zal worden …

Het is ook eigen aan een verbouwing dat het nooit snel vooruit gaat, heb ik ondervonden. Misschien is dat wel essentieel, want een huis moet je eerst leren kennen, het heeft een ziel die je pas leert aanvoelen door er een tijdje in te wonen. Alleen zo kan je de beste keuzes maken.

En in de tussentijd heb je nog zoveel dingen om naar uit te kijken en waarover je kan dromen, over hoe je het zal invullen, welke materialen en kleuren je zal gebruiken… een veelbelovend gevoel vergelijkbaar met het gevoel dat ik had op het einde van de middelbare school, alles ligt nog open, een waaier aan keuzes, een wereld van mogelijkheden, …

Neen echt, neem het van mij aan, ik spreek uit ervaring, een verbouwing houdt je flexibel en jong van geest!

Toen we net waren ingetrokken in dit huis, was onze slaapkamer nog niet af. We hadden ons bed dan maar in het midden van de living gezet. Het paste net tussen de zetel en de TV, zo ongeveer waar mensen normaal een salontafel zetten. Dat had zo zijn voordelen, we konden gewoon in slaap dommelen voor de TV en toen de wijkagent ons domicilie kwam controleren, kon hij meteen zien dat we er wel degelijk sliepen.

Maar ondertussen zijn we wel al gepromoveerd naar de eerste verdieping, naar de slaapkamer, die nog steeds niet af is. Maar hij heeft er alle schijn van dit weldra te zijn : gyproc-motief op de muren en het plafond bestaat voor de helft uit isolatiewol en de andere helft al gipspanelen …

In een verbouwing leer je ook de kleine kantjes kennen. Dan bedoel ik niet alleen de vanzelfsprekende kleine kantjes van elkaar, want de ene kan al meer overweg met de chaos dan de ander. Maar ook de kleine gebreken van het huis zelf.

Sinds we ons bed naar boven hebben verhuisd, ondervinden we bijvoorbeeld dat de houten vloerconstructies van de verdiepingen niet helemaal waterpas zijn. Op zich kunnen we daarmee leven, het is alleen een beetje onhandig om meubels te plaatsen. En ja, het heeft ook wel wat vervelende nevenwerkingen bij bepaalde aspecten van ons getrouwde leven…. Ons bed kraakt pijnlijk hoorbaar, van de inspanningen dat het moet leveren om in balans te blijven, ondanks de niveauverschillen onder zijn vermoeide leden.

En dan heb je nog de muren, die niet helemaal geluidsdicht zijn. Maar daar zien we voorlopig alleen maar voordelen van in. We hebben bijvoorbeeld nooit een wekker nodig. ‘s Morgens stipt twintig voor zeven, roept de buurvrouw haar kinderen wakker. We kunnen niet klagen, ze roept luid, in een poging haar stem van ergens beneden aan hun trap te laten dragen tot de verdiepingen waar haar kroost te slapen ligt. En als we geluk hebben dat ze niet snel genoeg opstaan (wat meestal het geval is), roept ze nog een tweede keer, maar dan nog luider. Om zeker te zijn dat we het hebben gehoord. Het werkt zo’n beetje als een snooze-knop dus. Nee we kunnen niet klagen van haar. Ik weet niet of ze de blog meeleest, maar ik moet haar daar ooit nog eens voor bedanken.

Als ik op dat uur dan ben gewekt, heb ik nog een paar minuutjes de tijd voor ik echt moet opstaan. Dan lig ik meestal nog even te staren naar het plafond, (aan mijn kant van het bed zijn dat gipspanelen) en dan kan ik nog wat genieten en liggen fantaseren welke gordijnen er best zouden passen, en bij welke kleur van muren….. Geef toe, wat een inspirerende creatieve luxe om zo wakker te worden in vergelijking met een saai huis waar alles is afgewerkt en waar de buren je niet wakker maken!