Recensie

Dit is geen recensie. Daar durf ik me niet aan te wagen. Vooral omdat ik het nog niet heb uitgelezen, wat voor mijn doen bijzonder merkwaardig is. Want het gaat hier voor alle duidelijkheid over een boek van mijn nummer één auteur. Je weet wel, die opperschrijver die ik al vele keren in deze blog heb opgevoerd. Hij, die mijn liefde voor schrijven én lezen nieuw leven heeft ingeblazen. Die grote meneer met zijn koninklijke naam ´Ilja Leonard Pfeijffer’ heeft eindelijk een nieuw boek geschreven met de tongbreker als titel: Alkibiades.

Van zodra ik vernam dat het meesterwerk beschikbaar was in België, heb ik thuis alles laten vallen en ben ik meteen naar de boekhandel gerend. Toen ik de winkel binnenkwam, kon ik er niet naast kijken. Op de eerste tafel, vlak bij de inkom, stond één uitzonderlijk hoge toren die alle aandacht trok. Als een wolkenkrabber stak hij uit boven de skyline van boekenland. Dat de stapel zoveel hoger was dan de rest, was niet omdat er méér lagen dan van de andere romans, maar gewoon omdat het boek zo ongelooflijk dik bleek te zijn. Ik ging op mijn tenen staan, reikte naar het bovenste exemplaar en liep rechtstreeks door naar de kassa. Daar deponeerde ik mijn aankoop op de toonbank en verwachtte ik op z’n minst een complimentje van de verkoopster voor mijn goede smaak of felicitaties omdat ik het eerste exemplaar had weten te scoren.

Helaas. De enige reden waarom de winkeldame er toch iets over zei, was vermoedelijk gewoon als welwillende respons op die verwachtingsvolle grijns op mijn gezicht. Maar haar reactie had niets te maken met de het uitzonderlijke talent van de auteur, zelfs niet met de inhoud, maar ging enkel over het gewicht! Stel je voor. Ze deed haar beklag dat de leverancier deze extreem zware boeken bovenop een andere stapel had gezet, waardoor ze deze morgen bijna werd verpletterd toen ze de doos had willen pakken. Ik liet me niet intimideren, maar vond het net een goeie voorbode en kon niet wachten om mij ook te laten verpletteren door Ilja’s virtuoze woordkunstenarij. Ik rekende af, stak het boek in mijn schoudertas en wandelde haastig naar huis. Mijn zwaarwichtig leesvoer weerhield me ervan te beginnen zweven.

Ik wil maar zeggen, mijn verwachtingen waren hoog, even hoog als die stapel boeken in de winkel. De tientallen lovende vijfsterren-recensies die ik had gelezen, de artikels, de interviews… Iedereen was het er roerend over eens dat hij opnieuw een meesterwerk had geschreven, dat hij de Nobelprijs verdiende, las ik zelfs ergens.

En ja. Het is inderdaad niet zomaar een boek -wat had je gedacht. Meneer Pfeijffer, classicus van opleiding, heeft geschiedenis geschreven, oude geschiedenis. Hij keert terug naar de oorsprong van de democratie, het oude Griekenland. Je leert enorm veel bij. Demo-cratie betekent letterlijk: de macht aan het volk. Dat wist je nu misschien wel. Maar misschien niet hoe die nu was ontstaan, als reactie op periodes van tirannie (alle macht van één tiran) en oligarchie (macht van enkelingen). De Grieken maakten er komaf mee en bedachten een bestuurlijk systeem waarbij het volk voortaan zelf zou mogen kiezen wie hen vertegenwoordigde. Best wel een vooruitstrevende gedachte voor mensen in de derde eeuw voor Christus. Onze huidige politiek systeem is er nog steeds op gebaseerd.
Maar het is geen lofzang over de democratie. Integendeel. Aan de hand van het levensverhaal van Alkibiades, een Griekse politicus die toen leefde (geen fictief personage, maar een historisch figuur), schetst hij heel uitvoerig hoe het nobele uitgangspunt van de democratie -de macht aan het volk- geleidelijk aan resulteert in zijn eigen ondergang. Dat verliep ongeveer als volgt: Politici, rechtstreeks gekozen door het volk, raakten zo verknocht aan hun machtspositie waardoor ze, eens verkozen, niet meer tegen het volk durfden in te gaan met onpopulaire maatregelen, uit schrik bij een volgende verkiezing afgestraft te worden. Wie de massa aan zijn kant had, was de man. Politiekers bespeelden het volk met manipulatieve redevoeringen, waarmee ze mensen opjutten, angst aanjoegen, opzetten tegen hun tegenstander… De democratie ontaardde in populisme, of in ‘de tirannie van de massa’, zoals Pfeijffer het noemt. Geen enkele politieker had nog de moed de waarheid te benoemen en in te gaan tegen het volk. Het resultaat was een resem ondoordachte beslissingen die onvermijdelijk hebben geleid tot de ondergang van de rijke Griekse beschaving.

Je snapt meteen waar Pfeijffer naartoe wil: Nihil novi sub sole. Een pijnlijke conclusie die ongetwijfeld (en hopelijk) veel mensen aan het denken zal zetten.

Allemaal bijzonder interessant en actueel en onderhoudend en alles wat je wil, alleen, is er één dingetje… Iets waar ik nu pas voor uit durf te komen, omdat ik er in geen enkele recensie of commentaar iets had over horen zeggen…

Ik had nu niet bepaald een romantische komedie verwacht, dat niet, maar het boek voelt op te veel plaatsen zelfs niet aan als een roman, maar eerder als een academisch naslagwerk. Ilja doet zodanig zijn best, te bewijzen dat hij niets heeft verzonnen, dat het een uitputtingsslag is je door alle extreem uitvoerig gedetailleerde veldslagen heen te werken: hoeveel schepen er waren, van welke kant ze kwamen, hoe het landschap eruitzag, vanwaar de wind kwam, hoeveel bemanningsleden aan boord… waardoor ik tot scha en schande moet toegeven dat ik -superfan van het eerste uur- er nog niet in ben geslaagd het boek uit te lezen en zelfs dreigde af te haken!

Maar dan eindelijk, om exact te zijn, op zaterdag 3 juni, viel mijn oog op de recensie van Joris Herregods in het Nieuwsblad. Ik moet toegeven dat ik eerst wat argwanend was omwille van de woorden boven de besluitende alinea: ‘Een goede knipbeurt’, waardoor ik dacht dat de journalist zo onbeschoft was, het niet over de inhoud van het boek te hebben, maar over het uiterlijk van mijn favoriete auteur die in tegenstelling tot Herman Brusselmans wél nog houdt aan zijn lange haren. Maar nee, de recensent had het wel degelijk over het boek. De titel bloklettert exact hoe ik erover dacht, maar niemand scheen te durven uitspreken: ‘Uitputtend’.

‘Pfeijffer dwingt respect af door de ambitieuze omvang van deze roman, de ideeën die hij erin verwoordt en zijn stilistische bravoure. Maar sommige scènes hadden een goede knipbeurt kunnen gebruiken want ‘less is more’ is hoegenaamd niet van toepassing op deze roman. Eerder ‘trop is teveel’. (Nieuwsblad, 3-6-23)

Via deze weg wil ik meneer Herregods oprecht bedanken voor deze toch nog steeds respectvolle maar eerlijke recensie. Blijkbaar is Pfeijffer zo’n monument geworden dat geen enkele andere recensent de moed kon opbrengen in te gaan tegen het volk en de pijnlijke waarheid durfde te benoemen. Tja, nihil novi sub sole, zeker?

PS Pfeijffer kan gerust zijn – niet dat ik verwacht dat hij hiervan wakker ligt- maar ik ben een te grote fan om zijn boek zomaar naast mij neer te leggen. We zullen doorgaan, tot de laatste bladzijde, en wie weet schrijf ik achteraf toch nog die unaniem lovende recensie.

2 gedachten over “Recensie”

  1. Zo te lezen zal Alkibiades de voorganger Grand Hotel Europa als absoluut meesterwerk niet van de troon stoten. Interessant om weten.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie