Hondentraining

Een hondenleven gaat zeven keer sneller dan dat van een mens. Onze puppy Lucy van een paar maand geleden is nu een puberhond die met onze voeten speelt, vaak letterlijk. Ze is slim én rebels, een dodelijke combinatie. Ze weet ons om de tuin te leiden, ook vaak letterlijk. En net zoals een echte puber hekelt ze ouderlijk gezag en vindt er vooral plezier in ons op fouten te wijzen: ze gaat aan de haal met schoenen die we lieten rond slingeren, drinkt restjes koffie uit kopjes die we vergaten op te ruimen, en steekt haar neus achter behangpapier dat niet goed was vastgelijmd.

Bruno, de hondentrainer belooft op zijn website dat hij in vijftal sessies de belangrijkste levenslessen kan aanleren aan elke hond. Ik twijfel niet en maak een afspraak. Voor je kan intekenen op de groepslessen, komt hij graag eerst thuis langs voor een eerste kennismaking. Lucy neemt dat kennis maken opnieuw vrij letterlijk en bespringt de man van zodra hij binnen is. Ik hou het iets beschaafder. De hondentrainer is niet onder de indruk van Lucy haar charme-offensief. Een half uurtje en een paar simpele trucjes later, weet ze dat ze rustig moet wachten in de living als de deurbel gaat en dat ze een bezoeker mag besnuffelen maar niet bespringen. Ik kan het zelf bijna niet geloven maar na die eerste kennismaking heb ik al een volledig andere hond. Was dit het scenario van een filmpje op Facebook, dan had ik er geld op verwed dat het gemanipuleerd was. Als Filip ‘s avonds thuis komt, herkent hij Lucy niet meer. Ze zit braaf op haar matje te wachten tot iemand haar aandacht wil geven. De rest van de avond zit Filip vol medelijden naar zijn hond te kijken in de overtuiging dat die ernstige mishandelingen heeft doorstaan. Lucy van haar kant, zet haar meest trieste blik op, in de hoop een snoep te krijgen.

Een paar weken later is er eindelijk een plaatsje vrij voor de eerste puppytraining. Zij is wel geen puppy-puppy meer, maar we moeten beginnen bij de basis. Door corona liep ze wat leerachterstand op. Ik volg de GPS naar het adres dat Bruno aan de telefoon opgaf. In de buurt van het vlagje op de navigatie staat inderdaad een mevrouw met een hond te wachten. Ik parkeer en haal mijn hond uit de koffer, als om te tonen dat ik er ook bij hoor. De mevrouw zegt niets. Ik houd beleefd afstand en blijf aan de overkant van de straat staan. Niet omwille van corona, maar omdat ik niet wil dat Lucy haar of haar hond bespringt. Want na die paar weken is het effect van de eerste interventie van Bruno al wat vervaagd.

Ik sta hulpeloos rond te kijken en heb geen idee waar de training precies door gaat en wat er van mij verwacht wordt. Zal de Bruno nu ergens verschijnen? Uit onzekerheid probeer ik wat contact te leggen met de mevrouw en roep naar de overkant of haar hond ook een puppy is? Ze werpt een blik op het massieve beest naast haar dat tot aan haar middel reikt en antwoordt dat hij al vier jaar is. Ze kaatst mij een vraag terug of ik ook op dit uur een afspraak had? Blijkbaar was zij in de overtuiging een training alleen te hebben… Ik concludeer dat deze mevrouw meteen al twee redenen heeft om mij te argwanen. Eén: ik heb totaal geen verstand van honden en twee: ik kom haar één-op-één-training verstoren. De rest van de tijd sta ik naar mijn smartphone te staren op zoek naar het bewijs van de afspraak.

Na een paar minuten, komt het antwoord op al onze vragen uit de tuin van wat Bruno’s huis moet zijn: een stoet hondebaasjes elk met een puppy aan het einde van hun leiband. Daartussen herken ik Bruno. Hij kijkt verrast op mij nog te zien! Nu pas snap ik waarom de hond van de madam aan de overkant geen puppy was, en nu pas snap ik dat ik een uur te laat ben voor de puppytraining. Ik geneer me te pletter tegenover Bruno, al de baasjes én hun hondjes er bij. Lucy daarentegen is dolenthousiast over zoveel soortgenoten die moeten besnuffeld worden. Ik moet alles uit de kast halen om haar ongetemde enthousiasme in toom te houden en haar terug in de koffer te plooien. Ik prijs mezelf gelukkig dat ze me geen vragen kan stellen waarom we nu al terug keren.

De week erop hebben we een nieuwe date. Nu ik al eerder op verkenning kwam, ben ik ruim op tijd. Met lichte blijk van trots loop ik samen met de andere baasjes meteen door naar het oefenterrein. De vorige keer was ik blijven steken op de oprit. Vanaf daar is het nieuw voor mij. Ik ontdek dat het oefenveld een voormalig grasveld is, dat nu het perfecte decor zou zijn voor een wedstrijd modderworstelen. Ik heb al snel door dat laarzen hier geen overbodige luxe zijn, of als die niet voorhanden zijn, dan misschien een paar versleten sportsloefen, of desnoods blote voeten, werkelijk alles wat ik kan bedenken is beter dan mijn witte sneakers. Maar Lucy huppelt en trekt mij vrolijk mee met de bende. Mijn evenwicht wordt zwaar op de proef gesteld. Op de glibberige moddergrond heb ik weinig houvast. Met veel moeite voorkom ik een hilarische entree tussen mijn nieuwe vrienden. Het zou fantastisch materiaal geweest zijn voor deze blog, dat wel. En als ik bijna onderuit ga, verzekeren de andere baasjes mij dat Bruno mij wel zou oprapen. Maar ik laat het niet gebeuren. Een vol uur lang hou ik me staande. Al bij al zou je die eerste training een succes kunnen noemen, niet in het minst omdat Lucy – dank zij de talrijke snoepjes- toch een paar keer gaat zitten en liggen op mijn commando.

Na een uurtje fluit Bruno het eindsignaal. Ik ben bekaf. Een uur lang krampachtig proberen overeind te blijven, terwijl je ondertussen als enige nieuweling tussen anciens oefeningen moet proberen te begrijpen en correct uitvoeren, is uitputtend. Ik duw Lucy in de koffer samen met mijn modderschoenen en rij naar huis op kousenvoeten. Thuis strip ik mijn modderpak af en blijf een half uur dobberen in bad. Ik sluit mijn ogen. De aangeleerde commando’s en gênante scènes spelen zich af als een film in mijn hoofd. Maar geleidelijk aan kom ik in het warme water weer tot mezelf. En ineens snap ik de essentie van de hondentraining. Het zijn niet de snoepjes die het hem doen, zelfs niet de hondjes en hun karakter, maar het enige waar het om draait, zijn de baasjes! Bruno geeft helemaal geen hondentraining, hij traint de baasjes! Baasjes leren wanneer ze een brokje mogen geven, wanneer ze afstand moeten nemen, wanneer ze de hond moeten roepen, wanneer ze niets mogen zeggen, wanneer ze een commando moeten geven, wat ze moeten zeggen en met welke intonatie…

Het is de enige verklaring waarom Bruno geen enkele keer Lucy ter orde riep, maar wel ettelijke keren naar mij riep dat ik veel meer een bitch moest zijn. Ik was hier niet op voorbereid! En hoe kan je een bitch zijn als je al je energie moet steken in niet uitglijden? Ik ben ondertussen uit mijn bad geklommen en spreek mezelf toe in de spiegel :

“Volgende keer trek je jouw stevigste bitch-schoenen aan en geef je kordaat het commando aan Filip om naar de hondentraining te gaan.”

9 gedachten over “Hondentraining”

Plaats een reactie